Pastoor Rosa regelt de functie van een eigen rector voor de parochie Nunhem (1817)
Op 6 november 1817 regelt pastoor Rosa van Haelen en Nunhem de pastorale functie-eisvulling van de vicarius van Haelen, die de rectorstaak van de parochie Nunhem moet gaan vervullen. Op zondag en op feestdagen: vroegmis of hoogmis met preek en 's middags vespers of lof; op gewone dagen leesmis. Daarvoor dienen de parochianen van Nunhem 158 francs en 40 centiemes te betalen aan pastoor Rosa exclusief de stola-rechten bij doop, huwelijk en begrafenis.
Hier volgt in extenso een afschrift van deze akte: "Ik ondergeschreevene J.F.Rosa, Deservant van de succursale kerk van Haelen en Nunhem, niets anders verlangende als peijs en vreede met mijn parochianen, gelijk ik ook nooyt anders verlangt hebbe, presenteere met regtzinnigheijd te bewilligen en toe te staen, zo lang als ik deservant van de succursale kerk zal zijn, aan de inwoonders van Nunhem dat zij aenneemen op hunne eijgen kosten of zonder daervoor iets te pretendeeren van de inwoonders van Haelen, een Priester van een goed gedrag en die op mijne presentatie van onze hoogere geestelijke overheijd zal goedgekeurt en bekwaem gevonden worden, opdat hij te Nunhem als Vicarius van den annexe kerk uijtoeffene alle pastoreele fonctien, geen uijtgenoomen, en dat hij des zondaegs en heijligen daegen doet vroegmisse of hoogmisse en ook lof of vespers naer zijn welgevallen, zo nogtans dat hij onder dezelve sermoon of Christelijke leeringen doet volgens de statueten van ons lofweerdig Bisdom.
Ten deezen eijnde staen ik af van den dag aen, dat diergelijken geestelijken zal aengestelt zijn, het recht hetgeen ik heb tot aendeel van de inwoonders van Nunhem in de bijlaeg voor mijn onderhoud, als ook de jura stolae met deeze conditie nogtans dat de heer C. Waegemans alle zijne agterstandige quoten in de bijlaege, die met en daer in begreepen het jaer agtien hondert zeventien geaccordeert zijn voor tien loui-en, en dat ik te vreden zal gestelt zijn wegens den agterstand, die andere inwoonders van Nunhem in de zelve bijlaeg nog niet betaelt hebben, willende eenige consideratie gebruijken voor de armen.
Verders wille consenteere ik de opening van de annex kerke van deezen oogenblik af door den eerw: heer Craemer op dat dien heer daer alle daegen mis doet maer zondags met instructie, en dan zal mijnen kappelaen tot de 1 januarii 1800 agtien de heijlige sacramenten bediene, mitsgaders dat door de inwoonders van Nunhem de geaccordeerde bijlaeg van 158 francs en veertig centieme betaelen voor het jaar 1800 zeventien, mits aftrekkende een louis die de heer Waegemans betaelt.
Geeeve en onderteekene dit tegenwoordige op dat men mijne woorden niet verkeert uijtlegge.
Haelen, in de pastory den zesden november 1800 zeventien. J.F, Rosa". (GAR IV-149 Parochie Nunhem nr.8; eveneens in copie in GAR IV Gemeente Nunhem - afkomstig uit het Wagemans-archief)
Een dag later, 7 november 1817, heeft burgemeester Waegemans de door pastoor Rosa gevorderde achterstallige "10 Luis"-en betaald aan pastoor Deodatus Egidius Alberts van Buggenum (1813-1924), die kennelijk namens pastoor Rosa van Haelen en Nunhem de pastorale zorg in de parochie Nunhem waarneemt.
Hier volgt in extenso een afschrift van de quitantie: "Den ondergetekende Dnus Alberts pastoor tot Buggenum bekent van de heer C.E.Wagemans van Nunhem ontfangen te hebben thien Louisen herkomende van de bijlaeg tot onderhout van de godsdienst die de heere Waegemans soude verschaft sijn aan de heer pastoor van Haelen Nunhem. Den 7 9ber 1800 seventien, E.Alberts pastoor, naemens de heer pastoor J.F.Rosa van Haelen". ( GAR IV-149 Parochie Nunhem nr.8)