Het Servaashuis
Het Servaashuis te Nunhem werd gebouwd door de Sint Servaasbroederschap te Nunhem volgens plannen van architect Pierre Weegels te Weert in 1940. Het gebouw zou moeten dienen als middel ter behartiging van de geestelijke en culturele belangen van dorp en streek, aldus pastoor J.Adams in januari 1940.
Bijzondere financiële steun bij de bouw van het Servaashuis werd verkregen van de vele vrienden van pastoor J.Adams en van Mevrouw Geenen-Krul van huize Sint Elisabeth te Nunhem.
Met Kerstmis 1940 was het Servaashuis voltooid en werd door de Nunhemse parochiegemeenschap in gebruik genomen met een uitvoering van het door pastoor Jean Adams geschreven kerstspel: "Sint Jan de Landlooper". Met vastenavond 1941 werd het toneelstuk "De Visch", eveneens geschreven door de pastoor, tweemaal opgevoerd.
In het voorjaar 1941 werd het door pastoor Adams gemodelleerde en zelfgekapte Servaasbeeld aangebracht op de gevel van het Servaashuis. Op Sacramentsdag van dat jaar wordt het Servaashuis plechtig ingewijd en wordt een tentoonstelling geopend van werk van Limburgse kunstenaars. Tot de exposanten behoren: Kees Baard, Edmond Bellefroid, Charel Eyck, Jan Hul, Huub Levigne, Henri Jonas, Joep Nicolas, Piet Peters, Jules Rummens, Harrie Schoonbrood, Emiel Sijben, Christof Thissen, Leo Van Waegeningh, Paul Windhausen en Jean Adams.
In de jaren 1941-1942 begint de Servaaskring haar start van culturele activiteiten. "Deze kring organiseerde in het winterseizoen 1945-1946 een reeks avonden, die niet hebben nagelaten indruk te maken op de vele belangstellenden uit deze streek. Deze culturele avonden werden o.a.. gegeven door Jean Adams, Sjaak Schreurs, toonkunstkoor Orpheus uit Blerick, prof.dr.J. Cobbenhagen , Eduard Verkade, Albert Van Dalsum, Loudi Nijhoff en Henri De Greeve. Er werd een Rembrandt-avond en een Jonas-avond gegeven. Er was een druk bezochte cursus van 10 avonden in cultuur en kunstgeschiedenis," aldus de inleiding van de tentoonstellingscatalogus van augustus 1946. In het Servaashuis werd toen een tentoonstelling gehouden van Limburgse en Brabantse schilders. Wij noemen in willekeurige volgorde de exposanten: Egbert Dekkers, Jan Hul, Jean Adams, Harrie Schoonbrood, Edmund Bellefroid, Hari Jonas, Huub Levigne, Jan Dijker, Hendrik Wiegersma, Charel Eyck en René Smeets. Deze tentoonstelling werd o.a. bezocht door H.M.Koningin Wilhelmina, de Gouverneur van Limburg Mr.Dr.F.J.M.A.H.Houben en de minister van OK en W, Jos.J.Gielen.
In het seizoen 1946-1947 waren onder meer in Nunhem in het Servaashuis, Joep Nicolas, Eduard Verkade, Pieter van der Meer de Walcheren en er werden dans- en voordrachtavonden gegeven door Do Van Dalsum en Antoinette De Visser.
In augustus 1947 exposeerde pastoor Jean Adams zelf in het Servaashuis. In de zomer van 1948 is er een grote Jonastentoonstelling in het Servaashuis, gevolgd door een tentoonstelling van werk van de schilderende dokter uit Deurne Hendrik Wiegersma in1949 en van Mathieu Wiegman in 1950.
In 1951 zijn het de Roermondse schilders die exposeren in het Servaashuis: Jeanne Groenendael, Leo Van Waegeningh, Alphons Windhausen, Mathieu Boessen en Jean Adams zelf.
De landelijke pers heeft zich inmiddels ook geïnteresseerd voor het Nunhemse Servaashuis. De Maasbode van 9-8-1947 brengt naar aanleiding van de expositie van pastoor Adams de volgende kop "Een goed schilderij is belangrijker dan vele preken"; Het Binnenhof van 18-2-1949 heeft het over: "Jean Adams, pastoor, schilder, schrijver", terwijl de Maasbode van 21-1-1951 het zelfs heeft over: "Nunhem, het Laethem van het Noorden"..
De opvolger van Jean Adams in Nunhem, pastoor Frans Neuss, die weinig artistieke interesse kon opbrengen voor de activiteiten van het Servaashuis tot dan en die bovendien ook niet over de mogelijkheden beschikte om het een en ander voort te zetten, werd het Servaashuis aan een andere bestemming ondergeschikt gemaakt.
In het begin van de tachtiger jaren van de 20e eeuw werd het Servaashuis in opdracht van het kerkbestuur van Nunhem afgebroken en daarvoor in de plaats kwam een parkeerterrein.