Biografische aantekening over Frans Neuss, pastoor van Nunhem 1952-1974
Franciscus Johannes Maria Neuss werd geboren op 30 december 1901 te Roermond, werd priester gewijd op 16 maart 1929 te Roermond en kreeg op 30 juli 1929 zijn benoeming als professor te Rolduc. Op 1 oktober 1934 volgde de eerste kapelaansbenoeming te Panningen; op 1 oktober 1937 volgde de tweede kapelaansbenoeming te Venlo aan de O.L.Vrouwekerk; en op 1 oktober 1938 volgde de derde kapelaansbenoeming te Weert aan de Sint Martinuskerk. Op 1 juli 1941 werd Frans Neuss gepromoveerd tot rector van Boukoul. Op3 december 1952 volgde zijn benoeming tot pastoor van Nunhem. Hij ging met emeritaat op 1 april 1974 en woonde hierna weer te Boukoul. Hij overleed te Roermond op 8 oktober 1976 en werd begraven te Boukoul.
Op 16 januari 1953 neemt pastoor Neuss zijn intrek in de pastorie te Nunhem. De enige notitie die hij in het Memoriale maakt, was: "16 januari 1953. De nieuwe pastoor arriveert 's avond om 8 uur, met zijn inventaris in de stromende regen en zeer tegen zijn zin in Nunhem". Op 25 januari volgde de pastoorsinstallatie door plebaan-deken A.Terstappen van Roermond. Daarna werden alle parochianen uitgenodigd voor vlaai en koffie in het Servaashuis.
Ondanks deze net geciteerde opmerking van pastoor Neuss, die hij zelf niet onder stoelen of banken stak, is hij twintig jaar en 3 maanden pastoor van Nunhem gebleven. In de eerste jaren van zijn pastoraat was hij namens het bisdom Roermond belast met de oorlogschaderegeling van de vele door de oorlogshandelingen verwoeste kerken in Limburg en het werven van fondsen in de toenmalige actie "Nike" (nieuwe kerken), beter bekend onder de naam "kwartjesaktie" volgens de slogan: "druk een kwartje aan je hartje en schenk ze mij, allebei". Dank zij zijn technische talent werd hij allengs technisch adviseur van het bisdom Roermond en aldaar beschouwd als deskundige op allerlei gebied, van waterleiding tot en met de aanleg van olie-gestookte verwarmingen.
Tijdens het pastoraat van Frans Neuss voltrokken zich grote veranderingen in kerk en maatschappij, veranderingen die ook aan de parochie Nunhem niet ongemerkt voorbij gingen. Op zijn eigen wijze speelde pastoor Neuss daar op in. In de zestiger en zeventiger jaren heeft hij zich persoonlijk ingespannen voor wat hij "open jeugdwerk" noemde. Plaats van handeling het Servaashuis, dat van gewaardeerde tentoonstellings- en toneel-ruimte langzaam maar zeker degenereerde tot een quasi gymnastiekzaaltje.
Met gepaste trots reageerde parochie Nunhem en zijn pastoor, toen bekend werd dat de rector van het Nunhemse klooster Sint Elisabethsdal, dr. J.Gijsen, op 20 januari 1972 tot de nieuwe bisschop van Roermond was benoemd. Pastoor Neuss was als pastoor van Nunhem concelebrant bij de installatie-plechtigheid in de Roermondse kathedraal op 4 maart 1972.
Op 13 mei 1972 was de nieuwe bisschop van Roermond, mgr.dr. J.M.Gijsen, voorganger in de Nunhemse Servaasprocessie, die bij deze uitzonderlijke gelegenheid op zaterdagavond plaats vond en als van ouds naar de Sint Servaasberg trok waar de door de Nunhemse gemeenschap prachtig gerestaureerde Servaaskapel opnieuw in gebruik werd genomen.
Het was pastoor Neus die ons (SA) in de zomer van 1969 het kleine parochie-archief ter inzage beschikbaar stelde om aantekeningen uit te maken.
Op 1 april 1974 werd pastoor Neuss emeritus en ging wonen in Boukoul omdat zijn huishoudster Mina Vincent van Boukoul afkomstig was. Op 8 oktober 1976 overleed hij te Roermond en werd begraven in Boukoul.