O.L.Vrouw van Ommel te Nunhem.
De versie van P.Kemp uit 1924 van Het Lieve Vrouwebeeld te Nunhem, opgetekend 22 juni 1874 door Joannes Jeuken en gepubliceerd door H.Welters
In februari 1732 kwam het miraculeuze beeldje van O.L.Vrouw van Ommel bij de opheffing van het Franciscanessenklooster aldaar naar Nunhem in het nieuwe klooster van dezelfde orde.
In de tijd dat het daar verbleef, kregen enige zusters in een priëeltje van de kloostertuin zo'n verschil van mening, dat het van woorden tot daden dreigde te komen. Toen verscheen O.L.Vrouw zelf en maakte een einde aan de twist. Zij was toen gekleed gelijk haar miraculeuze afbeelding, aldaar bewaard en vereerd.
In mei 1813 verlieten de nonnen Nunhem om weer naar Ommel te trekken. Zij namen toen het miraculeuze beeldje mee.
Vermoedelijk is het toen gebeurd, wat de legende verhaalt, namelijk, dat het beeldje tot tweemaal toe vanzelf naar Nunhem terugkeerde en 's morgens weer 'vochtig van de dauw der weide' werd gevonden op een haag, die om het klooster groeide. De derde maal werd het beeldje in processie afgehaald en naar Ommel gebracht en toen is het daar ook gebleven.
[De tekst van: Het Lieve Vrouwebeeld te Nunhem, opgetekend 22 juni 1874 door Joannes Jeuken werd zonder bronvermelding overgenomen door P.Kemp in zijn Limburgs Sagenboek (Maastricht 1924), onder de titel: O.L.Vrouw van Ommel te Nunhem]